Peru

Enkele indicatoren om de situatie in het land beter te begrijpen

In een notedop

Peru is het twintigste grootste land ter wereld – ongeveer net zo groot als Alaska –, gelegen aan de westkust van Zuid-Amerika. Het grenst in het oosten en zuiden aan Bolivia, Brazilië en Chili, en in het noorden aan Colombia en Ecuador. Het land is verdeeld in drie verschillende geografische regio’s: een smalle, woestijnachtige kust, het steile Andes-gebergte dat van noord naar zuid loopt en het Amazonewoud. Door zijn bijzondere geografie bevat Peru 84 van de 104 bekende ecosystemen en 28 van de 32 bekende klimaatzones, waardoor het een van de meest ecologisch diverse naties ter wereld is, volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties.

Peru telt in 2021 ongeveer 32 miljoen inwoners en groeit jaarlijks met ongeveer 1,5 procent, zowel organisch als door een grote instroom vanuit Venezuela. De Peruaanse bevolking is jong: een vierde van de inwoners zijn jonger dan 15 jaar, ongeveer de helft is jonger dan 30 jaar, slechts 12% van de bevolking is ouder dan 60 jaar. 58% Van de bevolking woont langs de kust, 28 % in de hooglanden en 14%in het oerwoudgebied. Lima, de hoofdstad, telt ongeveer 11 miljoen inwoners, en is, na Sao Paolo in Brazilië, de grootste economische en financiële pool van Zuid-Amerika.

De recente politieke geschiedenis werd gekenmerkt door een decennialange strijd van de maoïstische rebellenbeweging Lichtend Pad, beschouwd als de meest bloedige beweging van Latijns-Amerika, tegen de Peruviaanse regering. Deze ‘vuile oorlog’ kostte tijdens de jaren tachtig en negentig het leven aan 70.000 mensen, dat zijn er meer dan tijdens de militaire dictatuur in Argentinië en het regime van Pinochet in Chili samen. Boeren die niet wilden meewerken met de rebellen werden simpelweg vermoord. Er wordt geschat dat er nog een paar honderd aanhangers overblijven die zich verschuilen in afgelegen gebieden en zich vooral met drugshandel bezighouden. Momenteel bevindt Peru zich opnieuw in politiek woelige wateren. Diepgewortelde corruptie houdt het land al jaren in zijn greep. Drie voormalige presidenten van Peru hebben een tijd in de gevangenis doorgebracht in verband met een lopend onderzoek naar omkoping. Een andere pleegde zelfmoord in 2020 om aan arrestatie te ontkomen en nog een andere zit in de gevangenis na meerdere veroordelingen voor schendingen van de mensenrechten, verduistering van overheidsgeld en machts-misbruik. Het land heeft in 2020 3 verschillende presidenten gekend in amper 7 dagen.

Beter...

De algemene gezondheid van de gemiddelde Peruviaan is er de laatste decennia goed op vooruitgegaan. De levensverwachting is toegenomen, van 66 jaar in 1990 tot 77 jaar in 2021 en de kindersterfte bij kinderen tot vijf jaar is gedaald van 8% tot 1,4% over diezelfde periode. Een op de drie kinderen in deze leeftijdscategorie lijdt aan bloedarmoede (dit was nog meer dan de helft in 1990). Iets meer dan 6% van de bevolking is ondervoed (bij kinderen jonger dan 5 jaar is dit nog 1 op 8). Daarentegen is slechts 1 Peruviaan op de 10 beschermd door een of andere vorm van sociale zekerheid (bij de armste 20% is dit 1 op 100), waardoor de minste tegenslag een gezin gemakkelijk in een precaire situatie kan doen afglijden.

Ook het onderwijsniveau is in de afgelopen 50 jaar sterk gestegen. Zo heeft in 2018 bijna 60% van de bevolking ouder dan 25 jaar hun middelbare studies voltooid (tegenover een goeie 10% begin jaren 70). Vrijwel alle kinderen gaan naar school op min of meer regelmatige basis en de alfabetiseringsgraad onder volwassenen is rond de 94%.

In de afgelopen twee decennia is Peru uitgegroeid tot een van de snelst groeiende economieën in Latijns-Amerika en zijn er aanzienlijke verbeteringen geweest in het welzijn van de kinderen en hun gezinnen. De regering heeft grote investeringen gedaan in infrastructuur en de toegang tot basisvoorzieningen is sterk verbeterd. 95% van de bevolking heeft nu toegang tot elektriciteit, 50% tot drinkbaar water. De armoede werd met meer dan de helft en extreme armoede zelfs met 75% teruggedrongen. In 2017 moest een kleine 3 procent rondkomen met minder dan 1,90 US dollar per dag. Als gevolg van dit alles wordt Peru sinds kort niet langer beschouwd als een ontwikkelingsland.

Maar...

Hoewel de armoedecijfers aanzienlijk zijn gedaald, blijft de ongelijkheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen en geografische gebieden zeer groot. De armoede is geconcentreerd in arme, inheemse plattelandsgemeenschappen en sloppenwijken, en de diensten waartoe zij toegang hebben, zijn van mindere kwaliteit dan die in stedelijke gebieden. De armste 10% van de bevolking in Peru was goed voor 1,70% van het totale inkomen in 2017, de rijkste 10% ontving 32,30%. De top 20% van de Peruviaanse bevolking bezit meer dan de helft van de rijkdom, de onderste 60% slechts iets meer dan een kwart.

De werkloosheid is vrij laag in Peru (ongeveer 6,5% voor de sanitaire crisis), maar dit geeft een vertekend beeld van de arbeidsmarkt want drie op de vijf arbeiders werken in de informele, niet-officiële economie. Voor arbeiders zonder middelbare schoolopleiding en arbeiders in plattelandsgebieden is dit zelfs 95% en 92%. Volgens economen is dit vooral te wijten aan de rigide arbeidswetten. In het Global Competitiveness Report van het World Economic Forum staat Peru op de 133e plaats van 140 landen als het gaat om het vermogen van bedrijven om werknemers aan te nemen en te ontslaan. Hoewel de organisatie Peru prees voor de flexibiliteit van werkgevers bij het vaststellen van lonen, maken de aanwervings- en ontslagpraktijken en het belastingregime het moeilijk om werknemers in dienst te nemen. Jobs in de informele sector zijn precair en er is geen enkel sociaal vangnet om op terug te vallen bij ontslag. Daarnaast is het lastig voor officiële bedrijven te wedijveren met deze niet-geregistreerde bedrijven wat jobcreatie verder bemoeilijkt. Corruptie is een bijkomend probleem in Peru. Bijna één op vijf bedrijven gaf aan in 2017 geconfronteerd te zijn geweest met vormen van omkoping bij officiële instanties.

Tot slot is kinderarbeid een normale zaak in Peru, vooral bij de armste laag van de bevolking. Volgens de officiële statistieken ontvangt bijna 15% van de kinderen in de leeftijdscategorie van 6 tot 17 jaar een of andere vorm van vergoeding. Daarmee komt Peru op de derde plaats in Latijns-Amerika, na Nicaragua en Haïti. In werkelijkheid liggen deze cijfers nog een pak hoger en concurreert werk (huishoudelijk of tegen betaling) in veel gevallen met schoolgaan waardoor kinderen van de armste families nog verder gemarginaliseerd dreigen te worden.

En nu?

Hoewel Peru in de laatste twee decennia een enorme sprong voorwaarts heeft gemaakt is de economische groei aan het vertragen sinds 2014. Volgens een OXFAM-rapport uit 2018 over toenemende armoede en ongelijkheid zijn zowel de armoedecijfers als de niveaus van ongelijkheid de laatste jaren opnieuw toegenomen, wat een trendbreuk is ten opzichte van de voorgaande 15 jaar. Volgens het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INEI) hadden 6,6 miljoen Peruvianen, of iets meer dan 20 procent van de bevolking, eind 2019 te kampen met armoede. Als gevolg van de COVID-19 pandemie zijn daar nog eens 3,3 miljoen mensen bijgekomen en nog eens 11 miljoen mensen bevinden zich in een precaire situatie, met een inkomen dat slechts marginaal boven de nationale armoedegrens ligt. Dat betekent dat momenteel meer dan de helft van de Peruaanse bevolking in armoede leeft of het risico loopt om onder de armoedegrens terecht te komen. Op het platteland is dit zelfs bijna 90%.

De huidige situatie in Peru is verre van rooskleurig: 2020 werd gekenmerkt door COVID-19, toenemende armoede en corruptie, afbrokkelende infrastructuur, en drie presidenten in zeven dagen.